Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hoe hebt [1]gij geholpen [2]dien, die [3]zonder kracht is, [4][en] behouden den arm, [die] zonder sterkte is? 1. Namelijk, gij Bildad. 2. Dat is, mij. Alzo in het volgende. 3. Te weten, niet alleen door de ongezondheid en smarten zijns lichaams, maar ook de verslagenheid zijns gemoeds. 4. Deze vragen loochenen sterkelijk. Hij wil zeggen dat Bildad hem niet geholpen noch behouden had; want inplaats van hem te vertroosten met Gods vriendelijke genade, had hij hem gezocht te verschrikken met Gods vreeslijke majesteit.